Quasi wettelijke verdeling

In de wet is het uitgangspunt voor erfrecht voor gehuwden met kinderen geregeld. Deze wettelijke regeling wordt de wettelijke verdeling genoemd. De wettelijke verdeling regelt dat na het overlijden van de eerste ouder, de langstlevende ouder van rechtswege het bezit ontvangt van alle goederen en schulden uit de nalatenschap van de eerste ouder. De kinderen ontvangen een niet-opeisbare vordering op de langstlevend.

Na het overlijden kan de wettelijke verdeling ongedaan gemaakt worden. De wet geeft aan dat dit binnen 3 maanden na het overlijden moet gebeuren. Door deze wettelijke verdeling ongedaan te maken kan je als kind meteen je erfdeel ontvangen. Op deze manier is het mogelijk om bijvoorbeeld onroerend goed op naam te zetten van de kinderen.

Omdat die termijn van drie maanden als zeer kort wordt ervaren heeft men in de praktijk naar ander soort testament gezocht. Door gebruik te maken van een andere vorm van een testament kan flexibel worden omgegaan met de termijn waarbinnen de langstlevende ouder moet kiezen. De quasi wettelijke verdeling is een testament vorm die in de praktijk vaak gebruikt wordt om de termijn van drie maanden te omzeilen.
Door de quasi wettelijke verdeling komen de erfgenamen (langstlevende en kinderen) bij overlijden in een zogenaamde onverdeeldheid met elkaar.
Vanuit die onverdeeldheid kan je bepalen aan wie bepaalde goederen moeten worden toegedeeld zonder dat je daarbij aan een termijn gebonden bent.

Het overhevelen van goederen na overlijden kan interessant zijn om fiscale redenen. Bijvoorbeeld als een kind een aandeel in het bedrijf van de overleden ouder wil overnemen of indien het kind onroerend goed wil overnemen.

Scroll naar boven